Daar stonden wij dan, op maandag 17 oktober 2016, in het hoofdgebouw van de universiteit, voor iedere student, medewerker of geïnteresseerde die het gespuw over de Islam op het nieuws hoorde en dacht: is dat wel echt zo? Wij stonden er voor de weldenkende burger die zich niet laat misinformeren, maar zelf op zoek gaat naar de juiste informatie door o.a. het dialoog aan te gaan. Wij stonden er voor de mensen die zich afvragen: wat staat er werkelijk in de Qur’an?
Zoals verwacht kregen we veel vragen van voorbijgangers. Vragen over uiterlijke kenmerken van moslims, zoals de bedekking bij de vrouw, de baard die moslimmannen laten staan, maar vooral ook over de innerlijke aspecten van ons geloof. Het geloof in Allah, wat houdt dat precies in? Ook zijn onze christelijke medestudenten langs geweest. We hebben lang gepraat over onze gemeenschappelijke Profeet ‘Isa (Jezus) – vrede zij met hem.
Veel inzichten zijn verworven en het allerbelangrijkste is behaald: wederzijds begrip. Vooral nu is dit hard nodig. Wij leven in een tijd waarin de ander precies denkt te weten wie jij bent, wat jij gelooft en hoe jij je voelt, zonder het gesprek aan te gaan. Een tijd waarin het makkelijker is om te oordelen dan te luisteren. Wij zagen hierin een kans om de status quo op microniveau in de universiteit uit te dagen. En dat is gelukt. Er was zelfs een tekort aan Qur’ans! Nu is het aan ons om het dialoog ook buiten de universiteit voort te zetten.